Als fietsambassadeur hoopt Leen de Koning te leren van collega-ambassadeurs. “Wij willen graag voorop lopen en de beste zijn. Dat proberen we in ons dagelijks werk en op het gebied van duurzaam vervoer, maar we zijn er nog lang niet. Neem nu dat item in het NOS journaal. Toen ze belden met de vraag of ze hier konden filmen, wilde ik in eerste instantie ‘nee’ zeggen: zó bijzonder is het nou ook weer niet wat we hier doen. Maar ik heb er ongelooflijk veel positieve reacties op gehad. Binnen het bedrijf ontstaat een gevoel van trots en extern laten we zien dat we graag willen én dat overheid en bedrijfsleven het samen moeten doen. Dat gevoel, daar komen we verder mee.’
Nulmeting
En die alternatieven zijn er dus, merken ook werknemers van Amega. Want naast het toenemend aantal fietsers en e-bikers, zijn de elektrische scooters in opmars. Amega heeft vorig jaar per vestiging een nulmeting gedaan en gedetailleerd beschreven hoe het personeel naar het werk reist. Vervolgens is per vestiging bepaald hoeveel mensen uit de (privé-)auto kunnen worden gehaald.
Opvallend bij Amega is bijvoorbeeld dat mensen die dicht bij het werk wonen (minder dan 10 kilometer) géén reiskostenvoeding krijgen, terwijl fietsers in alle gevallen 10 cent per kilometer krijgen. Maar Amega heeft ook een wedstrijdelement gekoppeld aan fietsstimulering: de drie teams met de meeste collega’s buiten de spits krijgen een passend bedrijfsuitje. Zo hebben de drie beste teams onlangs een duurzaamheids/rijvaardigheidstraining gedaan. De Koning: “Per vestiging hebben we een ‘mobiliteitsambassadeur’ aangesteld. Die controleert heus niet dagelijks of mensen wel echt komen fietsen, maar is wel het aanspreekpunt voor alle fietsgerelateerde zaken, houdt de grote lijnen in de gaten en maakt mensen bewust van het reisgedrag.’’
Demo
Hoewel Amega het fietsambassadeurschap omarmt, hoeft niet ‘iedereen’ op de fiets naar het werk. De Koning: “We zijn nu eenmaal een autobedrijf. Een deel van onze medewerkers heeft een leaseauto die ook als demovoertuig kan worden ingezet.’’ Zelf is hij ook zo’n ‘rijdend visitekaartje’ en daar is hij eerlijk over. “Ik zou zelf nog wel wat fietsstimulering kunnen gebruiken. Een enkele keer pak ik hier een leenfiets, maar van mij wordt eigenlijk verwacht dat ik een demo-auto rijd.’’
Maar dat geldt natuurlijk niet voor alle medewerkers. “Een deel van onze medewerkers reist nu al met het openbaar vervoer, komt lopend, met de motor of e-scooter. Van de resterende groep reist 61% met een privé-auto. Daarvan woont 25% op 7,5 km of minder van zijn werk, voor die groep is fietsen een goed alternatief. 32% woont op 7,5-15 km van het werk en zou kunnen overstappen op een e-bike. Er is dus nog zeker groei mogelijk.’’
Gouden zaak
Concrete doelstellingen per vestiging helpen daarbij. Bij de nulmeting (mei 2017) had het bedrijf 380 medewerkers, van wie 276 medewerkers met de auto in de spits naar het werk kwamen. Op 1 januari 2018 had Amega 394 medewerkers, van wie 261 met de auto in de spits reisden. Doelstelling voor dit jaar is 30 medewerkers ‘uit de spits halen’, met name door inzet van de fiets. “Dat gaan we halen’’, zegt De Koning, die op de langere termijn nog meer groeipotentie ziet. “De nieuwe overheidsregeling voor de ‘fiets van de zaak’, die op 1 januari 2020 ingaat, is een gouden zaak. Medewerkers ‘krijgen’ dan immers een fiets van de zaak. Dat gaat echt mensen uit de spits halen. Als werkgever zijn wij daar ook blij mee, omdat we het kunnen inzetten als een ‘secundaire arbeidsvoorwaarde’.’’ Van De Koning had de regeling al op 1 januari 2019 mogen ingaan, ook al omdat er dan voor een flink deel van zijn werknemers een extra reden is om naar een alternatief voor de auto te zoeken. Dan wordt de rondweg N3 langdurig afgesloten, dat is een goed moment om het reisgedrag te veranderen.’’